Ik kom om 11 uur 's avonds met de bus uit Roermond, waar ik de drogistencursus volg. Onderweg zijn alle barricades van de militairen gesloten en moet de bus een omweg maken. "Het is spannend", wordt ons door de soldaten gezegd. In de bus zit kapitein Ouwerkerk. Ik ken hem en hij vertelt me dat hij een weekend naar huis gaat. Hij is in Roermond gestationeerd. Marius, mijn vriend, staat me onder aan de brug op te wachten. Hij brengt me naar huis. Om 1 uur 's nachts komt pap naar huis van de fanfarerepetitie. Ik roep dat hij me moet wakker maken omdat we in de meimaand iedere morgen naar Genooi fietsen. "'Mia", roept hij "Ik denk niet dat, dat kan. Het is heel spannend. In Venlo kan vannacht de brug springen". Om 3 uur s'nachts hoor ik een vreselijke knal. We springen het bed uit. Daarna is alles stil. We gaan ons aankleden. Ik help de jongens, die niet weten wat er aan de hand is. Een half uur later komt de familie Hendriks. Wiel, tante Nel en de kinderen. Ze zijn uit het huis gezet vanwege de belegering van de Maas.
-
9 mei 1940